Bij de while-loop hangt het van de conditie af hoe vaak de code in de loop wordt herhaald. De for-loop gebruiken we als de loop niet afhankelijk is van een conditie, maar als we de code in de loop een aantal keer willen herhalen.
Bijvoorbeeld als we 5 keer “Hello, world” willen printen of als we alle characters in een string af willen lopen.
In codevoorbeelden 5.7 en 5.8 zien we de for-loop uitgewerkt.
```c++ {.line-numbers}
#include
int main(){ for(int i=0; i < 5; i++){ cout « “Hello, world” « i « “\n”; }
// Hello, world0
// Hello, world1
// Hello, world2
// Hello, world3
// Hello, world4 } ``` *Codevoorbeeld 5.7 for-loop*
#include <iostream>
#include <string>
using namespace std;
int main(){
string text = "Spicy!Hot!";
for(unsigned int j=0; j<text.size(); j++){
cout << j << ": " << text[j] << "\n";
}
// 0: S
// 1: p
// 2: i
// 3: c
// 4: y
// 5: !
// 6: H
// 7: o
// 8: t
// 9: !
}
Codevoorbeeld 5.8 for-loop met unsigned int
Een “gewone” integer kan zowel negatieve als positieve getallen bevatten. Een unsigned int kan enkel positieve getallen bevatten. De functie .size() in codevoorbeeld 5.8 geeft als datatype een unsigned integer terug. Als we een int met een unsigned int gaan vergelijken, dan kan dit fout gaan bij grote of negatieve getallen. Gelukkig is dat makkelijk te voorkomen door van de “loop control variabele” (in codevoorbeeld 5.8 variabele j) een unsigned int te maken.