Schrijf een functie met twee parameters.
ch met bitwaarde 10110001
en n is gelijk aan 3 resulteert in een ch met de bitwaarde:
10001101
. Merk op dat de 3 linkerbits 101
die ‘eraf’ vallen aan de rechterkant worden ingeschoven.
ch met bitwaarde 10010110
en n is gelijk aan -4 resulteert in een ch met de bitwaarde:
01101001
.
Merk op dat de 4 rechterbits 0110
die ‘eraf’ vallen aan de linkerkant worden ingeschoven.
Ander leermateriaal: