In onderstaande code heeft de variabele b
steeds een andere byte-waarde. Schrijf elke
keer dat de waarde van b verandert zijn nieuwe byte-waarde op.
int main(){
uint8_t mask = 0x6b;
uint8_t b = 15;
b = b | (1 << 6);
b = ~b;
b = b << 1;
b |= 7;
b &= ~(1 << 1);
b ^= mask;
}
Beschrijf in maximaal twee zinnen wat de onderstaande functie upperAndLower()
doet.
Probeer dit te doen zonder de code op een computer uit te voeren.
Je mag aannemen in je beschrijving dat de parameter van de functie enkel letters bevat.
#include <iostream>
#include <vector>
#include <string>
using namespace std;
void upperAndLower(vector<string> & text){
for(unsigned int i=0; i<text.size(); i++){
for(unsigned int j=0; j<text[i].size(); j++){
if(i % 2 == 0){
text[i][j] |= (1 << 5);
}else{
text[i][j] &= ~(1 << 5);
}
}
}
}