De voeding is een belangrijk onderdeel van een systeem. Fabrikanten besteden daar veel aandacht aan. In de eerste plaats moet een juiste spanning gekozen worden. Daarbij hoort ook een keuze voor het maximaal geleverde vermogen. Ook is het belangrijk of het een wisselspanning of een gelijkspanning moet zijn. Praktisch gezien zijn alle voedingen voor een elektronisch apparaat gelijkspanningsvoedingen. Heel soms zit de gelijkrichter in het apparaat zelf en levert de voeding een eenvoudige wisselspanning af.
Ook voor de kwaliteit van een voeding moet een keuze worden gemaakt. De vraag is natuurlijk wat de kwaliteit van een voeding is. Welke eigenschappen van een voeding zijn belangrijk voor een gegeven toepassing?
Voor een voeding die een gelijkspanning levert kun je denken aan de volgende gegevens:
Welke eigenschap voor een voeding kun je zelf nog bedenken?
De eigenschap van een “ideale” spanningsbron is het leveren van de juiste spanning bij iedere willekeurige belasting. Bij iedere belasting levert de voeding exact de juiste (bijbehorende) stroom. De spanning is dus vast en de stroom wordt door de voeding automatisch ingesteld. Bij grote (of zware) belasting levert de voeding ook een grote stroom. Een spanningsbron mag niet worden kortgesloten, dan gaat er (theoretisch) een oneindig grote stroom lopen. Hoe komt dat? Tip, verklaar dit aan de hand van de wet van Ohm.
De zuiverheid van de uitgangsspanning geeft aan hoe “mooi” de gelijkspanning is. Een batterij heeft een ideale strakke gelijkspanning (bij een constante belasting). Bij de spanning van de stekkervoeding is het anders. Onze stekkervoeding wordt gevoed vanuit het lichtnet en heeft een omzetter (gelijkrichter) die van de wisselspanning een gelijkspanning maakt. Die omzetting wordt zo goed mogelijk uitgevoerd maar het is lastig om er een perfecte gelijkspanning van te maken.
Afhankelijk van de kwaliteit van de voeding is er een “rimpel” op de uitgangspanning aanwezig. Het is belangrijk om te weten hoe groot deze rimpel is. Ook is het belangrijk om te weten of het apparaat dat gevoed wordt daar tegen kan. Bij de volgende meting ga je de “rimpel” van de stekkervoeding meten.
Sluit kanaal A van de oscilloscoop aan op de voeding (rood op rood en zwart op blauw). De oscilloscoop moet ingesteld worden op AC (wisselspanning). Bij de keuze gelijkspanning (DC) is de rimpel niet zichtbaar omdat deze klein is ten opzichte van de 5 volt die de voeding geeft.
Kies bij “channel options” (button naast de DC/AC keuze) voor een resolutie van 8 bits. Kies voor de gevoeligheid een +/-100 mV. Kies voor de tijdbasis 2 ms/div. en triggermode op Auto.
Het blijkt dat de stekkervoeding (met een prijs van minder dan 10 Euro) een heel goede gelijkspanning afgeeft. De rimpel op de gelijkspanning is nog net te meten.
Hoe groot is de rimpel maximaal (dus inclusief de grootste pieken)? Meet in de persistence-mode voor een aantal seconden lang.
Geef het antwoord van top tot top (Vtt) in millivolt. Dat is dus de spanning boven de nullijn plus de spanning onder de nullijn (schat de waarde als het beeld niet goed stil staat):
Vtt-rimpel = mV (maak een schermafdruk van de meting)
Plaats het ingevulde meetrapport met de gemaakte schermafdrukken in de GitHub-repository van je team.